top of page
Micromus angulatus adult 4.jpg

Micromus

Teeltupdate Aubergine

Bij de vroege plantingen worden nu al weer de eerste roofmijten ingezet. De keuze voor een roofmijt wordt vaak bepaald in overleg met de kweker. Is spint en wittevlieg meer een issue dan kiezen we vaak voor Transeius montdorensis. Is de trips wat meer een aandachtspunt dan kunnen we ook kiezen voor Amblyseius swirskii. Combinaties met Neoseiulus cucumeris worden ook gemaakt om in wat gunstigere omstandigheden met A. swirskii of T. montdorensis te beginnen. Wacht niet te lang met het inzetten van roofmijten. Bouw zo snel mogelijk een ‘leger’ aan roofmijten op iedere plant. Dit kan door de combinatie van zowel zakjes als strooimateriaal in te zetten. Zakjes kunnen al 1 tot 2 week na de laatste bespuiting worden opgehangen. Hang 1 op de 3 planten een zakje op.

Spint kan al vroeg de kop op steken en kunnen we vroeg in het jaar prima onderdrukken met kweekzakjes van Amblyseius californicus. Door deze op strategische plekken op te hangen, creëren we hiermee een eerste verdedigingslinie met roofmijten. Later in het jaar zullen we de vraatzuchtige roofmijt Phytoseiulus en galmug Feltiella het zware werk laten doen.


Bij de meeste kwekers komen we nog geen wittevlieg tegen. Let wel goed op welke soort wittevlieg aanwezig zal zijn. Hebben we te maken met kaswittevlieg dan kunnen we prima werken met sluipwespen zoals Encarsia en wat meer naar het voorjaar toe met Eretmocerus. Eretmocerus kan wat beter tegen de hogere temperaturen. Komen we tabakswittevlieg (Bemisia) tegen dan moeten we zeker alert blijven. Sluipwespen hebben veel meer moeite om Bemisia te parasiteren. Begin meteen in februari met het preventief inzetten van Encarsia tegen wittevlieg.

Start ook met het tijdig inzetten van de roofwants Macrolophus. Macrolophus is een generalist en heeft verschillende insecten op het menu staan. Witte vlieg, spint, motteneieren en zelfs trips. Geef een boost aan de overleving en reproductie van Macrolophus met het voer Nutrimac-plus (Ephestia-eieren + Artemia-cysten).






Onderschat de luizenbestrijding niet. Maak zeker gebruik van de 2 hoofd-bestrijders tegen luis: de sluipwespen Aphidius colemani en de Aphidius ervi. Ondersteun de sluipwespen altijd curatief met de galmug Aphidoletes. Maak daarnaast ook gebruik maken van Propylea quatuordecimpunctata ofwel het 14stippelig lieveheersbeestje

bottom of page