Het Nederlandse R&D-team van Biobest en het MPS GAP gecertificeerde bedrijf Green’05 doen onderzoek naar de biologische bestrijding van pepertrips in de sierteelt.
Onderzoekster Juliette Pijnakker en gewasbeschermingsspecialist Martijn Roos lichten hun alliantie toe om samen te werken aan een oplossing tegen Thrips parvispinus. “Er is momenteel geen betaalbare geïntegreerde bestrijdingsstrategie tegen deze tripssoort die voldoende effectief is. Roofmijten alleen lijken niet te werken. Maar voor telers is het moeilijk om de bestrijdingsresultaten van hun toepassingen precies te evalueren. Biobest produceert de natuurlijke vijanden en heeft de tools om de proeven uit te voeren. Green’05 heeft de faciliteiten en een uitgebreide kennis van diverse teelten en haalbare bestrijdingsmethoden. De perfecte combinatie voor een goede samenwerking!”
Evaluatie van roofmijten
Telers hebben de indruk dat roofmijten helemaal niet effectief zijn tegen pepertrips. Drie soorten roofmijten werden dus door de R&D-afdeling van Biobest getest om hun predatiecapaciteit te evalueren. Met positieve uitkomsten, vertelt Juliette Pijnakker. “De eerste laboratoriumtesten laten zien dat de roofmijten Amblydromalus limonicus, Amblyseius swirskii en Transeius montdorensis in staat zijn om het eerste larvale stadium van de plaag aan te vallen en op te eten. A. swirskii en A. limonicus gaven de beste resultaten met drie gegeten tripslarven per dag (zie grafiek). Deze aantallen liggen echter wel lager dan bij Californische trips (4-7/dag), maar met onze test weten we nu dat roofmijten een zekere bijdrage aan de bestrijding van pepertrips kunnen leveren. We denken echter dat, net zoals tegen Echinothrips americanus en Thrips setosus, roofmijten niet solo moeten worden gebruikt, maar dat de hulp van agressievere predatoren vereist is.”
Dagelijkse predatie van larven van Thrips parvispinus door drie roofmijtsoorten
Bijvoeren met Nutrimite™ is nodig
Dit onderzoek toont dus aan dat roofmijten, als ze in voldoende aantallen zijn, een basis kunnen vormen om de ontwikkeling van pepertrips te remmen (zie foto: predatie van een larve van pepertrips door een roofmijt).
Juliette tekent daarbij aan dat de aanwezigheid van voldoende roofmijten een voorwaarde is voor een goede bestrijding. “In de sierteelt is die vroege vestiging van roofmijten lastig op het moment dat er weinig prooien aanwezig zijn. Roofmijten overleven namelijk niet zonder voedsel. Het preventieve gebruik van alternatief voedsel, zoals het stuifmeel Nutrimite™, maakt het mogelijk hoge dichtheden van roofmijten te bereiken voordat de plagen arriveren.” Het advies van Biobest is om Nutrimite™ elke week (250g/ha) of elke twee weken (500 g/ha) te verblazen in de sierteelt. Dat zorgt voor een optimale plantbezetting van roofmijten zonder enig zichtbaar residu.
Op zoek gaan naar meer agressieve predatoren
Kooiproef
Green’05 installeerde in 2020 kooien in een kas om de potentie van diverse natuurlijke vijanden te evalueren. In elke kooi zetten we Ficus planten die met pepertrips waren besmet. Snel werd duidelijk dat rooftripsen, roofwantsen (zowel blindwantsen als bloemwantsen), maar ook larven van gaasvlieg in staat waren om de trips in deze geforceerde proefopstelling in te tomen.
Veldproef
De kunst is nu vooral een betaalbare strategie met roofmijten en agressievere predatoren te vinden. Diverse strategieën met diverse doseringen en combinaties worden momenteel op teeltniveau door Biobest en Green’05 getest. Zowel de vestiging van de natuurlijke vijanden als hun effect tegen trips worden op de lange termijn gevolgd. Het testen van alternatieve voedingsbronnen om natuurlijke vijanden gevestigd te krijgen (voordat Thrips parvispinus aanwezig is) heeft ook nog steeds onze aandacht.
Komend seizoen zullen we nog samen veel aandacht besteden aan deze plaag. De strijd is nog niet gestreden. “We hebben dit jaar de basis van de puzzel gelegd; volgend jaar zullen we de puzzel stukjes hopelijk oplossen”, vertelt Martijn Roos.
Comments