In juli 2019 is de tripssoort Thrips parvispinus voor het eerst in Nederland gevonden. Het Nederlandse R&D-team van Biobest doet onderzoek naar de biologische bestrijding van deze pepertrips in de sierteelt.
Onderzoekster Juliette Pijnakker licht toe waarom het R&D-team het initiatief nam om biologische bestrijders te testen. “Bij gebrek aan iets beters houden telers de plaag momenteel onder controle met verschillende bespuitingen. Deze chemische middelen zijn vaak niet compatibel met de biologie in de kas. De aanwezigheid van Thrips parvispinus kan zo een belemmering vormen voor geïntegreerde bestrijdingsstrategieën. Wij willen graag een biologisch alternatief bieden. Dat draagt er ook aan bij dat pepertrips zich niet verder verspreidt.”
Pepertrips komt voor op verschillende planten
T. parvispinus is een generalist en wordt op verschillende sierplanten gevonden, zoals Ficus, Schefflera, Gardenia, Gerbera, Dipladenia, Bougainvillae, Lobularia, orchideeën en citrusplanten. Hij kan ook op fruit, groenten en knollen voorkomen, ondermeer op papaya, mango, aardbeien, chilipeper, bonen, aubergine, paprika, sjalotten en aardappelen. De tripssoort is een slechte vlieger en verspreidt zich vooral via plantmateriaal.
Schade
De tripssoort voedt zich vooral met de jonge plantdelen en de bloemen. Zowel de larven als de volwassenen zuigen groepjes plantcellen oppervlakkig leeg met hun korte zuigende monddelen. Aangetaste bladeren zijn licht gevlekt en gestreept. Bladeren kunnen dunner worden, misvormen en krullen. De aanwezigheid van de pepertrips verraadt zich door donkergroene stippen - dat zijn opgedroogde vloeibare uitwerpselen - op en rond de vlekjes.
Goed de soort identificeren
Thrips parvispinus is lastig met het blote oog te identificeren. Wie twijfelt over een ongebruikelijke trips in het gewas, kan onderzoekers raadplegen. Het is namelijk een zeer klein insect, slechts 1,4 mm lang. De larven zijn gewoonlijk geel. De vrouwtjes zijn bruin met gele poten. Hun hoofd en borstkas zijn lichter dan hun onderlijf. De mannetjes zijn geler.
Snelle ontwikkeling
De pepertrips ontwikkelt zich in kasomstandigheden in ongeveer twee à drie weken, net zoals de Californische trips. Als de larven volgroeid zijn, verlaten ze de plant en verpoppen zich in de grond of in het teeltsubstraat. In ficus kunnen poppen ook soms in opgerolde bladeren gevonden worden.
Wees dus alert. Bij twijfel, raadpleeg uw adviseur. Deze tripssoort is momenteel een toenemend probleem in potplanten, maar zou ook makkelijk in paprikateelt een plaag kunnen worden.